Leeswijzer

Super dat je de BlueScan gedaan hebt. Kennis over jezelf geeft je meer mogelijkheden. Niet alleen voor jezelf maar ook wat betreft jouw persoonlijke situatie en omstandigheden.

In deze BlueScan ben jij zelf het vertrekpunt. Veel mensen noemen de BlueScan daarom een nulpuntmeting. Als je deze scan doet, zijn er geen goede of foute antwoorden. De BlueScan laat zien wat volgens jou voor jezelf belangrijk is en daarnaast ook wat volgens jou voor jouw functie belangrijk is. Deze twee zaken lopen in de praktijk niet altijd optimaal samen. Maar hoe de vlag er ook bij hangt: het draait om jou. Welk antwoord geef je op alles waar je mee geconfronteerd word? Welke weg, functie of rol past het meest bij jouw persoonlijke mogelijkheden? Wat maakt jou uniek?

De uitslag van de scan geeft je informatie over de volgende onderwerpen en vragen.

• Wat is mijn blauwdruk?

Grafische weergave van je blauwdruk.

• Wat zijn mijn kernkwaliteiten?

Wie ben jij in je kern. Waar liggen je primaire reflexen.

• Wat is mijn richting hierin?

Waar word jij blij van?

• Waar zit mijn mentale ruimte?

Hoe werk jij onder druk.

• Wat is hierbij mijn kracht?

Vanuit je motivaties en doelen zijn dit je krachten.

• Wat zijn mijn talenten?

Welke talenten laat jij zien.

• Wat zijn mijn beste rollen?

Een weergave van welke kernberoepen past het beste bij je persoon.

• Wat zijn mijn persoonlijke drijfveren?
• Wat zijn mijn persoonlijke eigenschappen?
• Wat zijn mijn behoeften daarin?

Waar jij vooral behoefte in hebt in je omgeving.

• Wat zijn mijn persoonlijke valkuilen?

Jouw risico’s en valkuilen in beeld.

• Wat zijn mijn persoonlijke allergieën?

Waar je geïrriteerd door kunt raken en waar je moeite mee kunt hebben.

• Wat zijn mijn persoonlijke aandachtspunten?

Waar moet je op letten in jouw communicatie

• Hoe stressbestendig ben ik daarbij?

Hoe reageer jij wanneer jij onder druk sta?

• Welke partners vullen mij aan?

Welke mensen heb jij als aanvulling nodig om optimaal te kunnen functioneren?

• Welke partners bevestigen mij?

Een overzicht van de gelijkgestemden waar jij je als persoon prima mee kan vinden.

• Wie ben ik in essentie?

Waar je primaire reflex ligt in alles wat je doet.

• Hoe ziet het overzicht van mijn kwaliteiten en eigenschappen eruit?
• Wat zijn de verwachtingen van mijn omgeving?

Een grafische weergave van hoe jij de functie ziet en wat daar in wordt verwacht.

• Hoe matchen mijn kwaliteiten met de functie die ik heb? (Kwantitatief I)

Een grafische weergave van de vergelijk tussen persoon en functie en in welke mate de persoon en functie matched of minder matched vanuit de werkelijkheid.

• In hoeverre wijken mijn kwaliteiten af van hetgeen de functie vraag? (Kwantitatief II)

Een grafische weergave met aantekeningen bij de aansluiting van de persoon op de functie.

• Hoe beleef ik de match van mijn functioneren en mijn kwaliteiten? (Kwalitatief)

Een grafische weergave van hoe de beleving is van de functie ten opzicht van de persoon.

• Overzicht kerncompetenties en gedrag.

Wat is jouw gedrag? Een grafische weergave van de gedragscirkel.

Al deze soorten vragen liggen verborgen in de verschillende items waarop je hebt gescoord.

Het verslag zet de antwoorden op deze vragen op een rij. En al deze antwoorden zijn uniek. Zowel voor jou zelf als voor jouw functie. Wij nodigen je van harte uit om de inhoud van het verslag te gebruiken om met extra bewustzijn en overzicht naar jezelf te kijken. Wat kun je daarbij concreet verwachten?

Het verslag geeft jou allereerst een foto van wie je bent. Daarnaast legt het verslag deze foto van jou naast de foto van hoe jij zelf jouw functie ziet. Het verslag vergelijkt deze twee foto’s met elkaar. 

Daardoor krijg jij een beeld van waar de zaken op elkaar passen en natuurlijk ook waar dat minder het geval is. En waar je mogelijk ook wat hebt te ontwikkelen of om over na te denken. Het is bij deze vergelijking van jou en jouw functie handig om te weten, dat er bij de gegeven foto’s zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve analyse zit van de match tussen jou en jouw functie. 

Met de uitkomsten kan je vaststellen op welke punten je je kan richten in je verdere ontwikkeling. De rapportage is voor jou en wordt niet met anderen gedeeld. Echter staat het je vrij om samen met je leidinggevende in overleg te gaan over je ontwikkeling en loopbaan. We nodigen je van harte uit om daarbij de uitkomsten van het onderzoek te gebruiken.

Kwantitatieve vergelijking en analyse - Aansluiting op externe verwachtingen

In het voorbeeld hieronder zie je in rood hoe je naar jezelf kijkt en in het grijs hoe je de functie ziet. Hoe meer naar buiten je scoort hoe belangrijker jij het vindt. We onderzoeken de thema’s zelfsturing, werkwijze en vaardigheden.

In de afbeeldingen zie je waar jouw persoonlijke vaardigheden exact liggen en waarop deze zijn gericht. Ook voor de functie die je hebt, staat (in grijs) aangegeven, welke vaardigheden voor de functie belangrijk zijn en welke minder.

Naast jouw unieke vaardigheden zijn jouw persoonlijke werkstijl en de manier hoe je jezelf en jouw vaardigheden aanstuurt, in beeld gebracht. Daarbij is ook aangegeven, wat op dit moment de behoeften binnen jouw functie zijn en wat daar belangrijk is.

Op deze manier krijg je goed inzicht in jezelf in de aansluiting op je huidige functie. Met deze informatie kun je zelf zien en beoordelen, waar je staat met alles wat je in huis hebt en wat op dit moment de beste mogelijkheden zijn om je talenten, interesses en voorkeuren optimaal te gebruiken.

Zo is in het voorbeeld hieronder (in het vierkant) te zien dat de werkwijze voor de persoon in kwestie vooral gericht is op de regisseur (F). Daarbij kun je ook zien dat de werkwijze die voor de functie belangrijk is juist meer gericht is op de verbinder (G). Dat kunnen afhankelijk van de situatie, voor jou zelf en voor jouw omgeving, belangrijke constateringen zijn.

Kwantitatieve vergelijking en analyse –  aantekeningen bij de aansluiting

Het tweede diagram (zie voorbeeld) is een verdere uitwerking van de kwantitatieve weergave van de aansluiting tussen functie en persoon. Naast het diagram zijn de zelfsturing, werkwijze en competenties verdeeld in drie categorieën, te weten:

1. De functie doet minder beroep op het aanwezige vermogen:
2. De functie vraagt meer op het gebied van:
3. De functie en competenties zijn in balans op het gebeid van:

Bij de eerste twee punten is de volgorde van belang. Het grootste verschil staat boven aan en het kleinste verschil staat onderaan in de lijst. Ook hier is het afhankelijk van de situatie wat voor jou zelf en voor jouw omgeving belangrijke constateringen zijn.